27 augustus, 2025
Als alles volgens planning verloopt, verschijnt in december de eerste Super EcoCombi (SEC) op de Nederlandse wegen. Het gaat hierbij om een proefopstelling op een vast traject, waarbij niet alleen wordt gekeken naar de technische prestaties van de combinatie, maar ook naar de manier waarop medeweggebruikers reageren op de extra lengte van het voertuig. Wanneer de resultaten positief zijn, wordt in 2026 een bredere proef voorbereid met meerdere combinaties en betrokken bedrijven.

Wat is de SEC?
De Super EcoCombi, internationaal beter bekend als EMS2, is opgebouwd uit een trekker en twee opleggers van 13,60 meter die met een dolly aan elkaar zijn gekoppeld. In de praktijk kan zo’n voertuig dezelfde hoeveelheid lading vervoeren als twee standaard trekker-opleggercombinaties. Dat maakt het concept interessant voor de transportsector, omdat het bijdraagt aan efficiënter gebruik van chauffeurs en materieel en tegelijkertijd helpt de uitstoot van CO₂ terug te dringen. Nederland zet nu voorzichtig de eerste stappen, terwijl in landen als Finland, Zweden en Spanje al duizenden SEC’s actief zijn en ook in Duitsland recent een proeftraject is gestart.
Voorbereiding en veiligheidskader
De weg naar de eerste inzet in Nederland begon al enkele jaren geleden. In 2019 nam TLN het initiatief, samen met een aantal partners, om te onderzoeken of deze langere voertuigen ook in ons land verantwoord kunnen rijden. Onder de noemer van een zogenoemd SEC-kernteam – waarin onder andere IenW, Rijkswaterstaat, het Havenbedrijf Rotterdam, evofenedex, RDW, de RAI Vereniging en TLN vertegenwoordigd zijn – is sindsdien gewerkt aan een kader met regels en veiligheidsvoorwaarden. Inmiddels ligt er een pakket met basisafspraken over onder meer de maximale lengte, het gewicht, het aantal draaipunten, de vereisten voor zichtsystemen en de kracht van de aandrijving. Dit pakket wordt gezien als vertrekpunt en kan later worden uitgebreid tot een volwaardig stelsel van toelatingseisen.
Hoe ziet de pre-test eruit?
Voor de Nederlandse proef wordt de Super EcoCombi samengesteld uit voertuigen van verschillende leveranciers. De complete combinatie moet eerst nog worden goedgekeurd door de RDW, die in het najaar de nodige tests uitvoert. Daarna kan de pre-test van start gaan op de route tussen Rotterdam, Moerdijk en Venlo. Gedurende ongeveer een maand zal het voertuig onder uiteenlopende omstandigheden de weg op gaan, zonder reguliere lading maar wel met verschillende beladingsniveaus. Camera’s en meetapparatuur registreren hoe de combinatie zich gedraagt en welke reacties dit oproept bij andere weggebruikers. Ook wordt een reguliere vrachtwagen ingezet als referentiepunt. De uitvoering en monitoring van de test zijn in handen van TNO, dat ook verantwoordelijk is voor de tijdelijke ontheffing die nodig is om met de SEC te mogen rijden.
Volgende stap: een kleinschalige pilot
Als de uitkomsten gunstig zijn, volgt in 2026 een kleinschalige pilot waarbij een handvol bedrijven met in totaal vijf tot tien SEC’s ervaring kan opdoen op verschillende routes in het land. In de voorbereidingen wordt onder meer gekeken naar zaken als toegangssystemen en geschikte plekken om combinaties te ontkoppelen. Bedrijven die interesse hebben om deel te nemen, krijgen daar later de gelegenheid voor.
Onderdeel van de vrachtwagenheffing
Het gehele project maakt deel uit van het Meerjarenprogramma Terugsluis Vrachtwagenheffing 2026-2030. Dit programma wordt gefinancierd met de opbrengsten van de vrachtwagenheffing, die naar verwachting op 1 juli 2026 in werking treedt. Behalve de SEC vallen ook andere initiatieven voor duurzamer en efficiënter goederenvervoer onder deze regeling.